Zes op tien jongeren uit jeugdhulp voelen zich gereduceerd tot probleemkind

Jongeren die opgroeien in een jeugdhulpvoorziening willen gewoon zijn zoals alle andere jongeren. Ze willen dat mensen in hen geloven, hen steunen en hen vooral niet reduceren tot instellingskind of probleemkind.

“Ik lieg, omdat ik bang ben van de reacties”, vertelt Thomas vanavond in Pano wanneer zijn jeugd ter sprake komt. Hij groeide op in de jeugdhulp en voelt dat mensen hem daardoor anders bekijken. Onderzoek van SOS Kinderdorpen en vzw Cachet met 179 jongeren uit de jeugdhulp bevestigt dat: zes op tien voelen dat mensen ervan uitgaan dat ze iets misdaan hebben wanneer ze vertellen dat ze in een voorziening wonen. Nochtans verblijft 87% in de jeugdhulp omwille van een verontrustende opvoedingssituatie, niet omdat ze iets misdaan hebben. Vooroordelen als deze lopen als een rode draad doorheen hun leven. ​ Ze zijn een rem op sociale relaties, spelen hen parten in het onderwijs en bemoeilijken hun zoektocht naar een degelijke woning en job.

“Ik lieg, omdat ik bang ben van de reacties”

Datzelfde onderzoek brengt nog meer verontrustende zaken aan het licht: 27% van de bevraagde jongeren verblijft doorheen hun parcours in de jeugdhulp in minstens vijf voorzieningen. Dat maakt het moeilijk zich er thuis te voelen en belemmert het opbouwen van duurzame relaties. Omdat 3 op 4 jongvolwassenen aangeven niet te kunnen rekenen op de steun van familie, is er na de jeugdhulp vaak niemand op wie ze terug kunnen vallen als ze het moeilijk hebben. Op school komen ze vaker in technisch-, beroeps- of zelfs buitengewoon onderwijs terecht. Ze worden te snel afgeschreven als zwak intelligent, als probleemkind dat niet wil of kan studeren, zegt SOS Kinderdorpen. Mede daardoor zijn hun kansen op succes in het onderwijs kleiner: 48% van de deelnemende jongeren uit de jeugdhulp heeft geen diploma middelbaar onderwijs. Bij hun leeftijdsgenoten is dat 9%.

"We kunnen niet om de cijfers en verhalen heen: er ontbreekt iets in de jeugdhulp."

“We hebben tijdens dit onderzoek enorm veel geluisterd naar jongeren uit de jeugdhulp”, zegt Hilde Boeykens, directrice van SOS Kinderdorpen. “En hoewel de jeugdhulp in Vlaanderen vandaag waardige alternatieven biedt voor heel wat kinderen die niet thuis kunnen opgroeien, kunnen we niet om de confronterende cijfers en verhalen heen: er ontbreekt nog iets. We bieden nog niet genoeg de warme, ondersteunende, krachtgerichte zorg die kinderen nodig hebben om uit te groeien tot hun volle potentieel. We mogen ons daar niet bij neerleggen.”

SOS Kinderdorpen en vzw Cachet roepen daarom op om de stem van kinderen en jongeren centraal te stellen in het debat rond jeugdhulp in Vlaanderen. En dat is ook wat Thomas in Pano vraagt: “Toen ik hoorde over het overlijden van Jordy Brouillard, pakte me dat. Ik voelde de verantwoordelijkheid om mijn stem te laten horen. Er wordt zo weinig over verteld. Ik hoop dat ik met mijn verhaal mensen kan inspireren en samenbrengen.”

Over SOS Kinderdorpen België

Wereldwijd groeien 220 miljoen kinderen op zonder de liefdevolle zorg van een familie. Dat is een probleem, want om op te groeien tot sterke volwassenen, hebben kinderen een warm nest nodig. Daarom biedt SOS Kinderdorpen kinderen die er alleen voor staan een liefdevolle thuis, waar kinderen een zorgzame ouder hebben en ze opnieuw gewoon kind kunnen zijn.

Dat doet SOS Kinderdorpen in 134 landen, waaronder België. Wereldwijd groeien meer dan 78.000 kinderen op in één van de 560 SOS Kinderdorpen. Via 630 SOS Familieversterkende programma's ondersteunt de organisatie ruim 420.000 ouders en kinderen. In België is SOS Kinderdorpen actief in Vlaanderen met het Simbahuis en Hejmo en in Wallonië met het SOS Kinderdorp Chantevent.

Neem contact op met

Gachardstraat 88 1050 Brussel

02 538 57 38

[email protected]

www.sos-kinderdorpen.be